als wij het nergens beter en vollediger aantreffen. Het
zijn deze uiterst betrouwbare tot in kleine bijzonder
heden verzorgde stukken met het IJ op den voorgrond,
met het stadsfront en het Damrak, met de vele schepen
langs de twee rijen palen en verder gestoffeerd met
zeilende en ten anker liggende zeeschepen, waartus-
schen veel binnenvaarders zich bewegen. Op de kaart
van Bast zijn alleen de grootste der eenmastige schepen
zonder zwaarden, terwijl alle andere die wel hebben;
deze grootste zijn kustvaarders en volkomen gelijk aan
de Enkhuizer boeiers op de zeekaart van Wagenaer van
eenige jaren vroeger. Daarentegen is op de kaart van
Cornelis Antoniszoon niet één schip met zwaarden te
vinden, ook niet bij de kleine op den Amstel en in de
grachten. Dit is geen verwaarloozing; de lijnen die de
beplanking aangeven, zijn zonder uitzondering duide
lijk, terwijl onderdeelen, veel onbeduidender dan zwaar
den, nauwkeurig op hun juiste plaats zijn. Men raad
plege echter niet het door denzelfden meester gemaakte
zes jaren oudere schilderij (in het Waagmuseum) waar
deze houtsnedekaart naar gemaakt is, daar het, wat de
zwaarden betreft, door de restauratie van ruim tien
jaar geleden misleidend is geworden. Bij die gelegen
heid werd de overschildering verwijderd en de schade
hersteld die het stuk bij den stadhuisbrand van 1652
had opgeloopen. De restaurateur verdient allen lof voor
zijn werk, doch toen hij het IJ moest bijwerken, welk
deel juist het meest geleden had, heeft hij gemeend dat
de binnenschepen, evenals in lateren tijd, zwaarden
moesten hebben. Daar op het schilderij veel minder
schepen voorkomen dan op de kaart, zijn het maar en
kele, zoodat de fout gemakkelijk te herstellen is, doch
als dit geschiedt, dan blijft zij bestaan in de reproduc
tie die eenige jaren geleden werd uitgegeven.
Zoolang als de zwaarden bestaan, komen zij in twee
vormen voor. Bij den eenen zijn zij lang en smal met
een gelijke breedte over de geheele lengte, en bij den
64