groote binnenschepen vroeger vaak aan weerszijden van den mast een klein spil voor den takel van den spriet en voor het val van het grootzeil. Zwaarden. Hoe oud het gebruik van zwaarden is en waar zij zijn ontstaan, is niet bekend, doch wat vast staat, is dat zij in Nederland meer dan ergens ter wereld een onmis baar onderdeel vormen waar de meeste onzer zeilsche pen het niet buiten zouden kunnen stellen. Hoewel zwaarden ook in andere landen voorkomen, karakteri- seeren zij toch in de eerste plaats, als een echt natio naal kenteeken, het uiterlijk onzer binnenschepen. Evenwel zijn zij niet zoolang in gebruik als men wel licht zou denken. Het ligt voor de hand dat zij het eerst zijn toegepast bij platboomde scheepjes op enge wa teren en daarna ook bij schepen van allerlei soort nood zakelijk werden, toen men die in het algemeen plom- per, bijna of geheel platboomd en met weinig diepgang ging bouwen, welke hoedanigheden samenhingen met de gesteldheid der wateren en het streven naar zooveel mogelijk laadruimte. Algemeen in gebruik kwamen zij in den loop van de tweede helft der 16e eeuw, behalve bij eenige schepen. Een daarvan bestaat noghet is een vischschuit, de Stavorensche jol, die zoodanig van vorm is, dat zij geen hulpmiddel tegen zijwaartsche afdrij ving noodig heeft. Een ander vaartuig dat er nooit toe is overgegaan, was het Marker waterschip (een vis- schersvaartuig) De bovengenoemde tijdsbepaling ontleenen wij, behalve aan verspreide gegevens, aan hetgeen wij waarnemen op de twee bekendste der oude kaarten van Am sterdam. Het zijn de vogelvluchtkaarten van Cornelis Antoniszoon en Pieter Bast, de eerste van 1544, de andere van 1597. Tezamen met het aan Saenredam toe geschreven profiel van 1606 vormen zij een studie materiaal voor de kennis van onzen scheepsbouw, zoo- 63

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 76