Schoonhoven. In 1494 heeft het 10 schepen, tijdens het
bewind van Hertog Karei waren er 34 of 35 in de vaart
op Antwerpen en Gent, benevens 4 boeiers die naar de
Somme en de Seine voeren. In 1514 zijn 17 of 18 kog
geschepen opgegeven die haver en andere goederen ver
voeren overal waar zij vracht kunnen krijgen.
Hoorn. In 1494 zijn er 7 zeeschepen en 25 of 26 kogge
schepen en Rijnschepen; ten tijde van Hertog Karei had
het 40 van de eerstgenoemde en 114 van de beide an
dere. In 1514 heeft het 4 of 5 zeeschepen; binnensche
pen zijn niet genoemd.
Alkmaar. In 1494 wordt gezegd dat de welvaart door
allerlei oorzaken te niet is gegaan; de 40 Rijnschepen,
die er nog waren, moesten wegens slapte in het bedrijf
verkocht worden om van de opbrengst te leven. In 1514
wordt opgegeven dat er een weinig scheepvaart is op
Amsterdam, Harderwijk en Kampen.
Beverwijk. In 1494 zijn er 10 of 12 Rijnschepen die
op Amsterdam, Amersfoort, 's Hertogenbosch en an
dere plaatsen varen. In 1514 is geen scheepvaart ver
meld.
Monnikendam. In 1494 heeft het 15 of 16 zeeschepen,
waarvan de helft aan reeders in andere plaatsen toe
behoort, in hoofdzaak Amsterdam; voorts zijn er 25
Rijnschepen en evers die naar Dordrecht en andere
plaatsen varen. In den tijd van Hertog Karei waren er
42 zeeschepen en 30 Rijnschepen. In 1514 zijn geen
binnenschepen opgegeven; ten gevolge van twee bran
den en door verliezen in de Oostzee heeft het al zijn
zeeschepen verloren.
Zuiderwoude. De zes Waterlandsche dorpen, waarvan
Zuiderwoude het belangrijkste voor de scheepvaart was,
geven in 1594 zes zeeschepen op van gemiddeld 60 last,
alsmede visschersvaartuigen. In 1514 zijn deze dorpen
niet samengevat. Zuiderwoude heeft in dat jaar 3 kogge
schepen en 3 waterschepen (visschersvaartuigen), doch
acht of tien jaren voor den oorlog (tweede tijdperk van
37