de kleine soorten nog in de vaart is, ziet er doorgaans minder goed verzorgd uit, veelal verwaarloosd en het tuig versleten. Intusschen, er wordt nog gezeild door groote en door kleine schepen en zoolang dit plaats heeft, leeft er nog iets van hun oorspronkelijk karak ter; of zij van hout of van ijzer zijn, maakt op een afstand geen verschil. Evenwel is de zeilvaart van heden slechts een schim van hetgeen zij in haar bloeitijd be teekende. De aandacht aan haar gewijd, is gering. De kloof, die tusschen het zeilschip en de motorboot ligt, maakt op de opgroeiende generatie vermoedelijk even min indruk als die tusschen een span ploegpaarden en een tractor, of tusschen een windmolen en een electrisch gemaal. De schepen van vroeger bestaan niet meer, op enkele na. Wij achten het dan ook uitgesloten dat het zeilschip ook maar iets van zijn verloren terrein terug wint, en zelfs twijfelachtig dat het de plaats behoudt die het thans inneemt, zeker niet in ons land waar de motor alles beheerscht. Gevoelens van heemschut of van piëteit kunnen hier geen uitkomst geven; de kloof is niet te overbruggen, het vonnis is geveld en de exe cutie reeds ver gevorderd. Niet alleen veranderden de schepen, maar ook de menschen, want evenals bij den zeeman het oude type verdwenen is, bestaat dit ook niet meer bij den schipper der gemoderniseerde binnen vaart. De grootte der tegenwoordige binnenvloot, de soorten schepen waaruit zij is samengesteld en de wijze waarop deze zich voortbewegen, zijn in het Statistisch Zakboek van 1941 vervat in twee tabellen, die den toestand weer geven zooals die was op 9 Mei 1940, den dag vooraf gaande aan dien waarop wij in den wereldoorlog wer den betrokken. Deze tabellen omvatten de schepen boven 20 ton laadvermogen en alleen die, welke op grond van de Wet op de evenredige vrachtverdeeling zijn geregistreerd. De eerste tabel vermeldt het scheepstype en de tonnage. 21

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 26