zaamheid geworden; het zijn motorbooten en nog eens
motorbooten. Het is niet alleen de motor op het water,
maar ook die op het land, welken wij in onze beschou
wing gaan opnemen. Autobussen en motorvrachtwagens
begonnen aan de binnenvaart en aan de spoorwegen een
hevige concurrentie aan te doen. De eene stoomtram-
dienst na den anderen moest het opgevenvan den met
zooveel zorg aangelegden Haarlemmermeerspoorweg
werden de voornaamste lijnen opgeheven. Overal na
men bij de spoorwegen het personenverkeer en het ver
voer van stukgoederen zienderoogen af sedert het land
overstroomd werd met autobussen en het toegelaten
werd dat vrachtwagens grooter dan spoorwegwagons
het land doorkruisen tot in het hart der groote steden.
Een groot deel van den Nieuwe Zij ds Voorburgwal te
Amsterdam, nog wel een toegangs- en hoofdverkeers
weg, is bezet met deze voertuigen, tot op de trottoirs,
en gedegradeerd tot een expeditieterrein. Vergelijkt
men dit met het vroegere vertier der binnenvaart, dan
beteekent het een volkomen ommekeer. Zijn het hier de
vrachtwagens en hun afhaaldiensten die de goederen
van huis tot huis vervoeren, op andere plaatsen station-
neeren autobussen die in alle richtingen rijden. Tegen
een dusdanig apparaat konden vele bedrijven der bin
nenvaart het niet volhouden. Het reizen met een stoom-
of motorboot werd even ouderwetsch als indertijd met
de trekschuit; een groot aantal geregelde diensten werd
opgeheven. Het deel der binnenvaart dat het zwaarst
getroffen werd, betrof meer de stoom- en motorbooten
dan de zeilschepen; de tijd waarin eenige kleine soorten,
als marktschuiten en dergelijke, uit hun bedrijf waren
verdrongen, was reeds achter den rug. De groote zeil
schepen vervoeren geen stukgoederen, maar ladingen
van een soort, zoodat zij hiervoor nog steeds een doel
matig vervoermiddel zijn. De voornaamste typen zijn
de tjalk, de klipper en de aak; het zijn forsche schepen,
goed uitgerust en met zorg onderhouden. Wat er van
20