daar zij hiervoor practischer en economischer in het
gebruik waren dan wanneer men zich van kleine stoom-
booten had moeten bedienen. Afbreuk aan de zeilvaart
deden de sleepschepen die, evenals thans, meestal in
combinatie door een sleepboot getrokken werden. Zij
vervoerden waren van één soort in groote hoeveelheid,
als erts en kolen, zij bevoeren de lange trajecten, hoofd
zakelijk de grootè rivieren en haar toegangswegen; als
het voornaamste vervoermiddel van den doorvoerhan
del ontwikkelden zij zich tot gevaarten van geweldige
afmeting. Wel bevaart thans een menigte tjalken en
aanverwante typen onze rivieren, doch op de lange tra
jecten zijn de groote sleepen heer en meester.
Waarschijnlijk zou in de verdeeling van zeil- en stoom-
vermogen, zooals die in het begin der eeuw was, niet
veel verandering zijn gekomen wanner niet de motor
verschenen was. Ongeveer gelijktijdig met de eerste
automobielen zag men reeds hier en daar een motor
bootje, meer als een aardigheid dan iets waaraan veel
aandacht werd geschonken. Het duurde niet lang of men
zou er meer van hooren. Weldra, in den aanvang van
deze eeuw, werd de petroleummotor bij de binnenvaart
ingevoerd en wel het eerst bij ijzeren dekschuiten, waar
van toen reeds een aantal bestond. Zij waren grooter
dan de tot dusverre gebruikte houten; te Amsterdam
zijn dekschuiten het vervoermiddel tusschen de zee
schepen en de pakhuizen in de stad. Daar zij geboomd
werden en, wanneer zwaar beladen, zeer langzaam voe
ren, voorzag de motor in een veel snellere en meer
gemakkelijke wijze van voortbeweging; bovendien
maakten zij zich onafhankelijk van de hulp van een
sleepboot. Ook bij jaagschuiten vond de motor spoedig
ingang, daar hij gemakkelijk kon worden ingebouwd;
nieuwe exemplaren werden eenigszins gewijzigd van
ijzer gebouwd en komen nog veel voor. De volgende
stap was het bouwen van vrachtschepen van stoom
boottype, doch met een motor in plaats van een stoom-
17
Binnenschepen 2