gebruik was en geheel naar den aard van het schippers- volk, maar evenzeer omdat de verdwijning een aanvang nam, toen de houten schepen nog onbedreigd en in goe den doen waren. Blijkbaar begon deze wending onge veer 60 of 70 jaar geleden en zal men die moeten opvatten als een teeken des tijds. De meest voor de hand liggende verklaring is, dat de schippers er onverschillig voor warden en er van af zagen de stukken op nieuwe schepel, aan te brengen. Hetgeen heden ten dage voor komt, bepaalt zich tot eenvoudige roerkoppen geen menschenhoofden meer ook wel eens een roode of bruine leeuw - doorgaans grof van maaksel met gele of vergulde manen en bij sommige schepen tot zwierige krullen aan den boeg. Al leeft er dan nog iets, zoo is het slechts een schim van hetgeen scheepsversiering wel eer was.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 129