kunst gerangschikt te worden aangezien de voorstellin gen en motieven vaak folkloristisch van aard zijn en ook het ornament al is het goed van stijl vaak voor dit genre typeerend is. Toch wijst alles er op dat de vervaardigers beeldsnijders van beroep waren, waar onder er zich bevonden die wij als meesters in hun vak mogen beschouwen. Dat echter de vaardigheid niet bij allen op gelijke hoogte stond, constateeren wij bij de uitvoering van het gelaat bij eenige der groote roer koppen. Van beide seksen bestaan zeer fraaie exempla ren met een goed gevormd gelaat en in de onderdeden, als mond en oogen, goed verzorgd, terwijl andere in dit opzicht het kenmerk vertoonen van door een minder bekwame hand gemaakt te zijn; men vergelijke de onberispelijk uitgevoerde Minerva met het uitdruk- kingslooze dikke manshoofd op afb.17. Feitelijk kunnen wij menig stuk individueel tot de Kunst rekenen daar er geen reden is om die plaats niet toe te kennen, alleen omdat het een versiering is die uitsluitend bij schepen voorkwam. Hiertoe rekenen wij de vrouwenhoofden van de kwaliteit der Minerva, en den Simson met den leeuw. Den roerkop met de Bijbelsche voorstellingen beschou wen wij daarentegen als een typisch stuk volkskunst. De kunstzin van den schipper sprak niet alleen uit het snijwerk, maar ook uit een mooie vlag en wimpel die bij feestelijke gelegenheden gevoerd werden.Van beide bezitten wij eenige mooie exemplaren. De vlaggen zijn nationale, de witte baan is beschilderd met een voor stelling van koophandel en scheepvaart, b.v. een kade met een koopmansbeurs en schepen die geladen of ge lost worden; ook beeldde men gaarne Neptunus in volle glorie op zijn schelpwagen af, omringd door Tritonen en Nereïden. Meestal hebben de vlaggen langs den boven- en onderkant een strook van drie banen, even eens in de nationale kleuren. Ook de wimpels zijn rood, wit en blauw, met 't wit over de geheele lengte beschil derd met ranken, vazen met bloemen, gestrikte linten 104

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 127