7 VOORBERICHT De titel van dit boekje doet wellicht zij het ook in zeer beknopten vorm de volledige behandeling ver wachten van het daarin genoemde onderwerp. Het is echter niet meer dan een bijdrage en nog wel eene, die meer de geschiedenis der binnenschepen betreft dan dat zij een bespreking der thans voorkomende vaartuigen is. Tot deze opvatting onzer taak werden wij geleid, door dat wij in de eerste plaats het zeilschip in beschouwing nemen, dat terugziet op een bestaan van oudsher en dat, als het product van onzen alouden scheepsbouw, in meerdere mate onze aandacht vraagt dan de moderne vaartuigen van allerlei soort, die eerst in den laatsten tijd zijn ontstaan. Ook de tegenwoordige zeilschepen zijn van moderne constructie en hebben in menig op zicht wijzigingen ondergaan, doch in hun wezen en in de hoofdpunten bleven zij gelijk aan hun voorgangers uit den tijd van den houten bouw. Waar deze na een halve eeuw van gestadigen achteruitgang thans bijna tot het verleden behoort en de menschen die hem in vollen omvang gekend hebben, nauwelijks meer bestaan* zou reeds veel van de kennis daarvan verloren zijn ge gaan, wanneer niet de oud-Ingenieur van den Water staat E. van Konijnenburg die had vastgelegd in het belangrijke werk „De Scheepsbouw vanaf zijn Oor sprong", dat in 1913 verscheen. Door zijn werkkring en bovendien als scheepshistoricus had hij nauwe aanra king met den scheepsbouw en daardoor gelegenheid overal gegevens te verzamelen, waaronder de zeer be langrijke die hij noodig had voor zijn uiterst nauwkeu rige planteekeningen. Aldus stelde hij in woord en in beeld een volledig overzicht samen van alle soorten, typen en varianten die bestaan hebben en waarvan tegen woordig slechts enkele nog voorkomen. Dit boek, waar aan van den aanvang af de beteekenis van een stan-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 10