behoorende onder Ankeveen en 's Graveland; ook
kwam hij voor in Friesland en het Noordelijk deel van
Zuid-Holland. De houten bok is nog in de vaart in de
streek tusschen Amsterdam en Leiden en dient meestal
voor het vervoer van zand en puin bij den bouw van
wegen, bij ophoogingen en dergelijke werken. Daar de
luiken de geheele breedte van het schip innemen, is er
geen gangboord; de kajuit heeft een paviljoendek om
hij den geringen diepgang althans een weinig in hoogte
te winnen. De lengte loopt uiteen van 14 tot 18 m,
terwijl de breedte 2/9 der lengte bedraagt. Daar de
bok nooit van ijzer is gebouwd en voor de afgedankte
geen nieuwe in de plaats komen, zal het type binnen
korten tijd uitsterven.
Westlanderfig. 17.
De Westlander is een smal vlak scheepje met weinig
90
Fig. 16. Bok