terreintje van het middeleeuwsche kasteel. Een
brug leidde van de kleine binnenplaats naar het
ruimere voorplein op dezelfde wijze als bij het
vroegere slot het geval was geweest. Vernieuwing
hiervan in de 19de eeuw was geen verbetering.
Een tweede brug gaf toegang tot den tuin en pas van
daar kon men Breukelen bereiken. De traditie
volgend werd hier niet de voor de hand liggende
directe verbinding met het jaagpad en het dorp
aangebracht.
Het huis werd gebouwd op een ongeveer vierkant
grondvlak, twee verdiepingen en een onderhuis
hoog. In het midden gaf een flinke deur toegang
tot de breede gang. Twee slanke Dorische zuilen
van hout, aan weerskanten, droegen een klein,
rechthoekig, met beelden versierd balkon. De
vensters waren vroeger kruiskozijnen met onder
luiken. Naast den ingang staken twee korte
zijvleugels naar voren, oorspronkelijk één ver
dieping hoog. In de 19de eeuw werden zij met een
étage verhoogd, hetgeen de goede verhoudingen
van het huis schaadde. De zijgevels bevatten elk
twee rijen van vijf ramen. De hoeken van het ge
bouw, evenals die van de uitspringende vleugels,
werden verlevendigd door geblokte banden. Het
lage dak rustte op een kroonlijst met attiek. Een
eenigszins wonderlijke bekroning vormde de stompe
vierkante toren, tegelijkertijd schoorsteen, ver
sierd aan elke zijde met een beeld in een nis. Merk
waardigerwijze is dit uitsteeksel nooit versierd
64