In 1752 en 1753 liet hij het gebouw op ingrijpende
wijze moderniseeren door den architect Jacob
Marot, een zoon van den bekenden Daniël Marot.
De plannen hiervoor worden nog in het familie
archief bewaard. Zuilen kreeg nu een plattegrond
in den vorm van de letter H. Het vroegere binnen
plein, nu voorplein, werd omsloten door een
breed hoofdgebouw en korte vleugels aan weers
kanten. Aan de achterzijde was de situatie evenzoo.
De voordeur gaf toegang tot een vestibule, naar
de mode van den tijd versierd met een plafond van
stuc. Een nieuwe hoofdtrap leidde naar boven. De
hoektorens bleven gespaard maar ze werden aan
elkaar gelijk gemaakt, zoodat het geheele complex
een regelmatiger en monumentaler aspect kreeg.
De wijze van verbouwen, waarbij, naast het aan
brengen van veel nieuws, het oude middeleeuwsche
karakter van het huis voor een groot gedeelte
gespaard bleef, was een typisch tijdsverschijnsel.
Veertig jaar eerder was dit principe bij de veran
dering van het later gesloopte huis Cronenburg
bij Loenen nog niet mogelijk geweest. Maar nu,
omstreeks het midden van de 18de eeuw, kwam met
de Verlichting het begrip op voor de schoonheid
van het oude. Doelbewust ging men hechten aan
het verleden. Economische redenen zullen, bij het
achteruitgaan van handel en welvaart in ons land,
in dit geval misschien eenig gewicht in de schaal ge
legd hebben. Hoe dit ook moge zijn, Zuilen heeft
altijd het aspect van kasteel behouden. Ofschoon
19