HET HUIS OUDAEN
In de Middeleeuwen bouwden de rijke kooplieden hun
sterke koopmansburchten langs de Oude Gracht; van
deze burchten heeft alleen het Huis Oudaen nog eenigs-
zins, zijn oude gedaante kunnen bewaren. Dit Huis is
vermoedelijk in het begin van de 14e eeuw door een lid
van het aanzienlijke geslacht der Zoudenbalchs gesticht
en het stond oorspronkelijk als het Huis Zoudenbalch
bekend; het was gesticht op een ruim erf, dat zich van
de gracht tot aan het Catharijneveld (Vredenburg) uit
strekte. Omstreeks 1400 was dit Huis in het bezit van
Dirck van Houdaen en later werd het, om het van het
Huis Zoudenbalch in de Donkerstraat te onderscheiden,
naar dezen Houdaen het Huis Oudaen genoemd.
Bij den strijd tegen de Spaansche bezetting van het
kasteel Vredenburg in 1577, werden ook op het Huis
Oudaen kleine kanonnen geplaatst, om het kasteel te
bestoken. Toen in 1712 en 1713 in Utrecht het vredes
congres bijeen was, had de Fransche gezant, de abt de
Palignac zijn intrek in „Oudaen" genomen; deze zou tot
de afgevaardigden van de Republiek de bekende woorden
gesproken hebben„Men zal bij U, over U en zonder U
over den vrede beraadslagen."
De diakenen van de Hervormde kerk besteedden aan
vankelijk de oude arme leden van hun kerk uit; hoewel
er geld voor het onderhoud van deze armen gegeven
werd, hadden zij het toch slecht, omdat zij meestal terecht
kwamen bij hen, die „die bestedelingen min uit een
Christelijke liefde, als wel om eenig voordeel in huis
namen." De kerk besloot tenslotte deze oude armen
tezamen in een afzonderlijk huis te verplegen en in Mei
1758 werd Oudaen door de diakenen voor de som van
89