HET HUIS ZOUDENBALCH
Omstreeks 1460 liet Evert Zoudenbalch, lid van een
oud-Utrechtsch geslacht, voor zich een vorstelijke woning
bouwen aan de Donkerstraat, dicht bij het Buurkerkhof,
het middelpunt van de middeleeuwsche stad. Aan de
achterzijde van zijn nieuwe huis bevond zich een ruime
tuin tot aan de Mariastraat. Om zijn woning ook aan de
voorzijde licht en lucht te verschaffen liet de Heer van
Zoudenbalch enkele huizen sloopen, terwijl hij een straat
liet aanleggen naar het Buurkerkhof, die een tijd lang de
Zoudenbalchstraat heette en later herdoopt werd in de
3e Buurkerksteeg.
Evert van Zoudenbalch besteedde ook een deel van
zijn geld voor liefdadige doeleinden en in 1485 liet hij
een gasthuis bouwen tot huisvesting voor arme weezen;
dit weeshuis werd gesticht op den hoek van Achter Cla-
renburch en het Catharijneveld (Vreeburg) en was ge
wijd aan St. Elizabeth Nadat de raad in 1489 verlof
had gegeven voor de wijding, werd het in 1491 door den
bisschop van Utrecht gewijd. Het Elizabethsweeshuis
zorgde met het Ambachtskinderhuis in de Agnietenstraat
voor de arme weezen van de stad.
Toen de Spaansche bezetting van het kasteel Vreden-
burg in het einde van 1576 den strijd tegen de Utrecht-
sche burgerij begon, lag het Elizabethsweeshuis gevaarlijk
dicht bij het strijdtooneelin der haast ontruimden de
weezen het gebouw dat tijdens het beleg ernstig werd
beschadigd. Daar er sedert 1580 toch zooveel klooster
gebouwen in de stad leeg kwamen, werd het weeshuis in
1582 overgeplaatst naar het voormalige Regulierenkloos
ter De kloosterpoort aan den Springweg vormde den
87
In de 13e eeuw landgravin van Thüringen.
Regulieren, monniken, die volgens een kerkelijk goedge-
keurden regel te zamen wonen.