(de Verlosser) deze Salvatorkerk was hoofdzakelijk be
stemd voor de monniken, maar was tevens toegankelijk
voor de bekeerde leeken. Aan het klooster werd een school
verbonden tot opleiding van geestelijken, vooral van
inheemsche geestelijken, die op den duur de buitenland-
sche zendelingen overbodig moesten maken. Willibrord
en zijn monniken konden zich aan de Friezen beter ver
staanbaar maken, dan de geromaniseerde Franken, daar
het Angelsaksisch nog niet heel veel van het oude Friesch
verschildezij waren dan ook met zooveel vrucht werk
zaam, dat Willibrord weldra een nieuwe kerk stichtte,
die ter herinnering aan de oudste Utrechtsche kerk, de
St. Maartenskerk genoemd werd. Deze St. Maartenskerk,
die misschien vlak bij de Salvatorkerk op de plaats van
de tegenwoordige Domkerk gesticht werd, was bestemd
voor het toenemend aantal geloovigen, zoodat de Salva
torkerk weer uitsluitend voor de monniken bestemd kon
blijven-
De zending van de Angelsaksen werd door de Karo-
lingen krachtig gesteund en in 723 schonk Karei Martel
aan het Salvatorklooster den Frankischen burcht te
Utrecht met het omliggende gebied in vollen eigendom.
Het werd het begin van de wereldlijke macht van de
Utrechtsche bisschoppen.
Toen het Frankische rijk in het midden van de ge eeuw
uiteenviel, kwamen opnieuw tijden van onrust en ver
warring; de Noormannen roeiden met hun lage schepen
de rivieren op en verwoestten Utrecht; de bisschoppen
vluchtten uit hun stad en resideerden eerst bij Roermond
en daarna te Deventer. In het begin van de 10e eeuw
werd het rustiger en bisschop Balderik vestigde zich weer
in de oude bisschopsstadde verwoeste Salvatorkerk en
de Heilige Kruiskapel werden opgebouwd. Hoofdkerk of
Munsterkerk werd de St. Maartenskerk, die op de plaats
van de tegenwoordige Domkerk gebouwd werd. De Sal
vatorkerk, die vroeger Munsterkerk was geweest, werd nu
Oud-Munsterkerk genoemd en de Utrechtenaren noem
den vroeger het zuidelijke deel van het Domplein (bij
de universiteit) het Oudmunsterkerkhof.
10