naast hunne lieve ouders, de jongens bij va, de meisjes
bij moeliefdan komen de burgerdochters met hunne
vrijers, en de timmermansleerlingen en de notarisklerken,
in 't kort, al de zondagsheeren en filisters der tweede
en derde klasse, waarvan Utrecht krioelt, voor 't grootst
gedeelte vergezelschapt door hunne vrouwen en schoo-
nende vrouwen een weinig, maar de jonge meisjes alte-
maal op een bespottelijke wijze boven haren stand ge
kleed, en toch in de grond van hun hart regt verlegen
met hare parasols en voiles, met hare manchetten en
groote banden. Die soort van lui zit gewoonlijk doodstil
aan kleine tafeltjes en drinkt thee of ze eet room; doch
ze praat weinig en lacht nooit, zoodat het des Zondags
op Chartroyse wel vol, maar dood en stil is Geen
schommel wordt des zondags bewogen, geen liedjen klinkt
door den hof, en zoo men den munnikenboom of den
steiger bezoekt, dan is 't bedaard en stemmig, terwijl de
vrienden rustig naar huis keeren, als kwamen zij van een
begrafenis terug. Maar in de week heerscht op Char
troyse, met minder bezoekers, soms veel meer leven en
gewoelniet in den vroegen morgen, want dan ziet men
er slechts een enkel student in de theologie, die onder den
zwaren lindenboom een dor dictaat van buiten leertdoch
tegen den middag begint de pretdan vindt men hier de
winkeldochters en naaimeisjens, die de pot verteren, een
hoop kinderen, de spes patriae, met nuffige bonnes en
schalke kindermeisjens, eindelijk een aantal vrijende
paartjens, die een stil hoekjen zoeken in den tuindan is
't slechts drukte en beweging in de breede lindenlaan,
want de bonnes en kindermeisjens zitten op den schom
mel, niet zelden in beweging gebragt door een paar olijke
studenten; terwijl ze gieren en schreeuwen als de schop
te hoog gaat en zij verlegen raken met hunne hagelwitte
rokken, waar de dartele wind onder speelt. Inmiddels
vliegen en stoeijen de kleinen door de laan, vrijer dan
mama veroorloofde, die 't Geert jen ernstig op het hart
drukt om Lowietjen of Frangoitjen vooral niet alleen te
75
filister: alledaags persoon.