HET KARTHUIZERKLOOSTER „NIEUWLICHT" Tegen het einde van de ne eeuw was de monniken orde gesticht, die naar haar eerste klooster in het bergland La Chartreuse bij Grenoble in Zuid-Oost Frankrijk de Chartreuse-orde of orde der Karthuizers genoemd werd. In de volgende eeuwen breidde deze orde zich snel uit en in de 14e eeuw telde zij 170 kloosters. De strenge orde regel maakte het wenschelijk, dat haar monniken niet, zooals de Minderbroeders en de Predikheeren, midden in de steden, maar daarbuiten leefden. In 1392 kocht Zwe- der van Gaesbeeck, heer van Putten en Strijen van het kapittel van St. Jan een landgoed, „dat Bloemendaal heette en gelegen was ten noord-westen der stad nabij de Vecht," om hier een Karthuizerklooster te stichten. In Mei van datzelfde jaar werd de eerste steen gelegd en vijf jaar later waren de kloostergebouwen en de klooster kerk voltooid. De monniken van dit klooster dat „Nieuw- licht" genoemd werd, maakten zich verdienstelijk door graafwerk en gaven aan de Vecht in de nabijheid van hun klooster een rechten loopbovendien schreven zij talrijke handschriften over en legden zoo den grondslag voor hun belangrijke kloosterbibliotheek. Kunstzinnige monniken voorzagen de handschriften van fijne minia turen en sommigen vermoeden, dat in dit Karthuizer klooster zelfs een „schildersatelier'' gevestigd was, waar talrijke handschriften verlucht werden. Toen de Spaansche bezetting van het kasteel Vreden- burg in Februari 1577 den strijd tegen de Utrechtsche burgerij niet langer kon volhouden en vrije aftocht be dong, trokken deze Spaansche troepen met hun vrouwen en kinderen eerst naar het Karthuizerklooster aan de Vecht, om hier enkele dagen van het inspannende beleg 73

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 79