legde een der hoogleeraren er nog eens den nadruk op,
„dat het van een absolute necessiteit is, dat den studen
ten in de medicijnen gelegenheid gegeven wordt om voor
de bedden der patiënten te sien practiseeren dat in de
collegiën geleerd wordt, waartoe het genoegelijk zoude
zijn, dat twee der Professoren ieder een vierendeels jaars,
buiten de vacantie, twee maal 's weeks, twee a drie
patiënten in 't Gasthuis vertoonden, op die wijze als te
Leiden geschiedt."
De Catharijnekerk, waar sinds 1580 geen Roomsch-
Katholieke godsdienstoefeningen gehouden mochten
worden, stond een tijd lang leeg, deed daarna als kazerne
dienst, totdat zij in 1635 door de Calvinisten voor hun
bijeenkomsten in gebruik genomen werd.
De Catharijnekerk was de eenige vroeger Katholieke
kerk in Utrecht, die na den Franschen tijd niet meer als
Protestantsche kerk dienst deed. In 1813 werd zij garni
zoenskerk voor de Roomsch-Katholieke militairenin
1840 werd zij aan de Roomsch-Katholieken voor hun
gewone godsdienstoefeningen afgestaan. Toen de Katho
lieke kerk zich in 1853 zelfstandig organiseerde en
opnieuw een aartsbisdom Utrecht werd opgericht, werd
de Catharijnekerk te Utrecht tot metropolitaan (aarts
bisschoppelijke) kerk verheven. In de kerk valt vooral op
de fraaie predikstoel, die in 1862 op de wereldtentoon
stelling te Londen, waar hij met goud bekroond was, werd
aangekocht.
Het Catharijnegasthuis, dat in 1812 opgeheven was,
deed na den Franschen tijd als kazerne dienst; daarna
werd het in gebruik genomen als passanthuis of kazerne,
óm tijdelijk onderdak te geven aan doortrekkende troe
pen. Omdat zoo dikwijls troepen door Utrecht trokken,
konden de burgers niet voortdurend met inkwartieringen
worden lastig gevallen. In een stadsbeschrijving van 1857
wordt vermeld, dat de soldaten in dat passanten-huis
„eene goede zindelijke ligging en onthaal vinden, hetwelk
zij zelfs bij gegoede burgers veeltijds zouden moeten mis
sen, althans niet beter zouden kunnen verlangen." Welk
een dringende behoefte er aan een dergelijke inrichting
7i