hadden zij het gebouw reeds verlaten. Twee dagen later
werd er in deze kerk opnieuw gebeeldstormd en deze
moest zeven weken gesloten blijven, voor ze weer in ge
bruik kon worden genomen. In 1579 werden er nog eens
de beelden gebroken, waarna in 1580 de Geertekerk aan
de Calvinisten kwam.
Enkele jaren later, toen Leycester de Staten te hulp
kwam in den strijd tegen de Spaansche troepen, werden
in de Geertekerk Engelsche en Iersche troepen gelegerd.
Ruim twee eeuwen later, in den Franschen tijd, werd deze
kerk weer als kazerne gebruikt en daarna deed zij nog als
magazijn dienst.
De toestand van de kerk werd slecht en in 1835 wilde
het kerkbestuur de kerk aan de stad verkoopen. In 1848
en in 1852 werd zelfs het plan geopperd de kerk voor
afbraak te verkoopenhiertegen kwam echter verzet o.a.
ook om deze reden, „dat bij vermeerderde godsdienstige
belangstelling de tijd zoude kunnen geboren worden, dat
ook aan deze kerk behoefte bestond." Toen in 1855 de
Rijndijk bij de Grebbe bezweek werden honderden Vee-
nendalers, die hun toevlucht binnen de stad Utrecht
zochten, voor drie maanden in de Geertekerk gehuisvest.
De toestand van het gebouw werd hierdoor niet beter en
van 18601864 hadden eindelijk de zoo dringend
noodige herstellingswerkzaamheden plaats. Het gebouw
deed vervolgens tot 1930 als kerk dienst; daarna werd het
gebouw, dat opnieuw dringend restauratie noodig heeft,
buiten gebruik gesteld. Het doophek en de psalmborden
verhuisden intusschen naar de Oranjekerk, het orgel naar
de Julianakerk. In December 1940 stelden de kerkvoog
den voor „zoowel wegens de financiëele bezwaren, als ook
wegens den toestand waarin het bouwwerk verkeert" de
kerk te verkoopen, wat met een besluit tot afbraak gelijk
stond. Wel is dit gevaar voorloopig afgewend, maar over
een restauratie, die in ieder geval noodzakelijk is, wil de
kerk behouden blijven, is nog niets besloten. Het zou
jammer zijn als de Geertekerk, die met het omliggende
pleintje zoo'n typisch geheel vormt, zou verdwijnen.
67