den Franschen tijd werd het in 1813 „aan een ieder vrij
gelaten de dooden in de kerken te doen begraven", totdat
bij Koninklijk Besluit in 1827 het begraven in de kerken
voor goed verboden werd. In Mei 1830 werd de nieuwe
begraafplaats „buiten de Tolsteegpoort" in gebruik ge
nomen en sedert dien tijd zijn geen dooden meer in de
kerken bijgezet.
Boven het zuidportaal van de kerk zijn enkele jaren
geleden eenige oude opschriften vrijgekomeneen Latijn-
sche spreuk, die beteekent: „geeft het uwe, terwijl het
het uwe is, na uw dood is het het uwe niet meer" en
daaronder de daarmee samenhangende regel„dat ic gaf
es mi gebleven; dat ic hielt, heft mi begheve."
Geen enkel kerkplein in de stad heeft zoo'n rustig en
dorpsch voorkomen als het St. Nicolaaskerkhofde stem
ming werd nog verhoogd als op den Zondagavond de
luidklok in den noordelijken toren even voor den dienst
geluid werd. „Hoe geheel anders ziet op een Zondag
avond of anderen feestavond het plein er dan uit, als de
verlichte kerk door de hooge vensters haar flauwe schijnsel
naar buiten werptZooals bij het begin de zware luidklok
met donkere stem roept, zoo vloeit straks bij het uitgaan
uit de geopende deuren met de menigte de orgelmuziek
naar buiten. Als dan het vroolijke klokkenspel zijn wijsje
naar alle kanten op de dichte massa laat vallen, waarna
bij 't heele uur de groote slagklok in 't midden zwaar
slaat, maar ook, als bij 't halve uur de laagste speelklok
zijn sonore stem laat klinken, dan is 't voor hen, die in
deze omgeving niet wonen, als om jaloersch te worden."
De parochiekerk van St. Nicolaas vierde den dag van
haar heilige en er zijn rekeningen bewaard, waaruit blijkt,
dat in ieder geval reeds in 1427 de kerkmeesters den 6en
December enkele kleine kinderschoenen met geld aan
arme kinderen schonken. Het Sinterklaasfeest werd dus
toen al gevierd en de kerk wilde ook de arme kinderen
in de feestvreugde laten deelen. Toen de Roomsch-Katho-
lieke eeredienst verboden werd, wilde de regeering ook
het St. Nicolaasfeest laten verdwijnen en bij publicatie
van 16 November 1655 werd bekend gemaakt: „Inter
64