DE JACOBIKERK De Waterstraat, de hoofdstraat van Wijk C, geeft door haar gebogen loop nog te kennen, dat zij eens als dijk den Rijn gevolgd heeft, die in westelijke richting omboog, om door de bedding van den tegenwoordigen Ouden Rijn naar zee te stroomen. De handelswijk, die hier aan de oevers tot ontwikkeling kwam, werd evenals de wijk Stathe herhaalde malen (1279, 1372, 1402) door een brand in de asch gelegd. Met de woonhuizen van deze buurtschap werd ook telkens haar kerk, die aan den apostel Jacobus gewijd was, herbouwd. Het westelijke deel, ook de achterkerk genoemd, sluit thans den toren, die vroeger evenals de Buurtoren geheel vrij stond, vol komen in. Hier was de ingang, maar deze werd onbruik baar gemaakt door den bouw van een rij kleine vrije woningen. Ook in deze parochiekerk hadden enkele gilden hun eigen kapellen, altaren en grafkeldershet gildebord van de hoedenmakersknechten is nog aanwezig en ver meldt de plaats van hun grafkelder „Hier onder is een kelder tot gerij fs Voor de Hoeijmakers knechts en wijfs." De toren was voorzien van een slanke spits, die op de oude teekeningen van de stad Utrecht hoog boven de huizen oprijst. In den toren hangt nog de Salvatorklok, die als slagklok voor het uurwerk dienst doet, maar deze is door de galmborden zoozeer ingesloten, dat hij zelfs in de naaste omgeving nauwelijks hoorbaar is. Deze Sal vatorklok werd gegoten door een lid van de bekende 15e eeuwsche Utrechtsche klokkengietersfamilie Steven 59 tot gerijfsten gerieve van, ten voordeele van.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 63