DE MARIAKERK De Utrechtsche bisschoppen wilden de Domkerk door vier andere kapittelkerken in kruisvorm omgeven; ten zuiden van den Dom werd de Salvator-, ten noorden de Jans-, ten oosten de Pieterskerk gebouwd en omstreeks 1080 werd door bisschop Koenraad ten westen van de Domkerk een nieuwe kapittelkerk gesticht, gewijd aan Maria. De vijf kapittelkerken zetten door hun ligging het kruisteeken op de wordende stad. De St. Pieterskerk vormde het hoofdeinde, de Janskerk, de Domkerk en de Salvatorkerk vormden de dwarsbalk en de Mariakerk vormde het voeteneinde van het kruis. De Mariakerk werd in de 12e eeuw door brand ver woest, waarna zij opnieuw in den Romaanschen stijl werd opgebouwd. Door een muur van de stad afgescheiden was het immuniteitsplein van deze kerk stil en eenzaam, grootendeels een grasvlakte, waar slechts bij bijzondere gelegenheden de rust verstoord werd. Tijdens den beeldenstorm van 1566 werden alleen in de gemakkelijk toegankelijke parochiekerken de beelden gebroken, maar ook de Mariakerk liep even gevaar enkele beelden, die aan den voorgevel van de kerk ston den, werden vernield en ternauwernood werd een beel denstorm in de kerk voorkomen. Tijdens het beleg van het kasteel Vredenburg werd een van de twee torens, die de kerk in het westen afsloten, in elkaar geschoten. Evenals de andere kerken werd het gebouw in 1580 aan de Calvinisten afgestaan. Daar deze al de Katholieke kerken niet noodig hadden, besloten zij er enkele af te brekende vroedschap had vóór alles geld noodig, om zich bij het toenemende gevaar voor een Spaanschen overval in staat van verdediging te brengen, 50

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 54