universiteitsbibliotheek. Aan de deur van het koor kwam
in het begin van de 17e eeuw een biljet te hangen, waarop
stond, dat men pas toegang tot de boeken kreeg als men
eerst den opzichter beloofd had de boeken „nyet te sullen
beschaedigen off daer van ytwes te ondragen*)"; de
opzichter kreeg tevens opdracht alleen toe te laten „be
kende geleerde off gequalificeerde personen," terwijl hij
moest afwijzen „de geene, die jong van jaren ofte hem
onbekent sijn." Dat de opzichter in de biblotheek soms
met geweld de orde moest handhaven blijkt uit een
rekening van 1608, waarbij onkosten vermeld worden
voor „Helias Lambalch, als bewaerder van de bibliotheek
in Sint Janskerk, ende dat voor een stocxken, onder ende
boven met silver beslagen, ende te gebruiken jegens den
genen, die enigh insolentie ofte moedwilligheit soude
willen gebruyken in de voorsz. bibliotheque."
De bibliotheek werd voor het eerst goed geordend,
toen in het midden van de 17e eeuw de Utrechtsche
schepen Dr. Cornelis Booth het toezicht over de boekerij
verkreeghij gaf een catalogus uit van de aanwezige
boeken en het bleek, dat er in het koor van de Janskerk
reeds 7300 boeken en 470 handschriften geborgen waren.
Het koor was echter als bibliotheek zeer ongeschikt,
daar de kerk 's winters niet verwarmd werdin 1816
deelden de curatoren van de universiteit mee, dat de
bibliotheek „meer door de koude afschrikte dan dat hare
schatten de minnaars aanlokten." In 1821 werden de
boeken uit het koor overgebracht naar de zalen van het
voormalige paleis van Koning Lodewijk aan de Witte-
vrouwenstraat, die nog altijd met het in 1909 in gebruik
genomen nieuwe gebouw als universiteitsbibliotheek
dienst doen.
Het Janskerkhof was in de Middeleeuwen een rustig
pleintjehet kerkhof was voor een deel grasveld en in
1437 verbood de raad, om varkens op het Janskerkhof te
laten rondloopen. In 1481 verordende zij „geen scapen
op S. Janskerkhof te laten gaen, ende er niet op te
bleyken Het was bij de Janskerk alleen druk, als de
48
Ytwes te ondragen: iets weg te nemen.