DE PIETERSKERK Petrus was in de Middeleeuwen een van de meest populaire heiligen en de 22e Februari werd als St. Pieters dag in verscheiden plaatsen feestelijk gevierdin enkele plaatsen werd Petrus als schutspatroon vereerd en ver schillende steden o.a. Leiden hebben in hun wapen de sleutels, het attribuut van Petrus, den bewaarder van de hemelpoort. In het midden van de 11e eeuw werd door den Utrechtschen bisschop Bernulfus ten oosten van de Dom kerk een kapittelkerk gesticht, gewijd aan Petrus, de Pieterskerk. De immuniteit van de Pieterskerk werd be grensd door de Kromme Nieuwe Gracht, ook wel de Regenboog van St Pieter genoemd, en door de tegen woordige Keistraat en Achter St. Pieter. De naam Achter St. Pieter lijkt onjuist, omdat deze straat volgens onze hedendaagsche begrippen niet achter maar voor de kerk ligt; hij was echter juist, omdat het oostelijke deel van de kerk, het koor, waar het hoofdaltaar stond, als de voorkerk, als het voornaamste deel van de kerk beschouwd werd en het westelijke deel van de kerk, waar de ge meente samenkwam, als het minder belangrijke deel wel de achterkerk genoemd werd. Zooals de overige immuni teitspleinen lag ook dat van St. Pieter stil en eenzaam, afgezonderd van de woelige, bedrijvige koopmansstad. De Pieterskerk deelde het lot van de andere kerken en werd herhaalde malen door branden geteisterd, totdat zij in de tweede helft der 13e eeuw weer in Romaanschen stijl werd opgebouwd; aan de westzijde werd zij door twee hooge Romaansche torens afgesloten. Onder het koor werd een krocht, een crypt, gebouwd, een kleine kapel, waar op St. Pietersdag een speciale mis 44

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 46