KRUISGANG EN UNIEZAAL Toen van de Domkerk het koor gebouwd was, begon men reeds met het kapittelhuis, dat slechts één groote zaal bevatte. Tusschen het kapittelhuis en de kerk lag een kleine vierkante ruimte, die in het noorden door de kerk tegen den guren noordenwind beschermd werd; aan de drie andere zijden werd deze ruimte omgeven door de kruisgang of kloostergang. Gewoonlijk gaat een kruisgang van een kapittelkerk uit van het dwarsschip, om in het westen bij de torens of bij den toren van de kerk aan te sluitende kruisgang van de Domkerk kon echter niet van het dwarsschip in weste lijke richting ombuigen, omdat hier de kerk van St. Sal- vator stond. De kruisgang van den Dom begint bij het koor en buigt dan in westelijke richting om naar het dwarsschip. Door de kruisgang gingen de plechtige processies uit de Domkerk; door de kruisgang liepen de kanunniken, wanneer zij bijeen moesten komen in het kapittelhuis. In en bij de kruisgang konden de kanunniken zomers rustig werken en studeeren. 's Nachts werd het pleintje flauw verlicht door een lantaarn bij den ingang. Evenals de voor name geestelijken in de Domkerk werden ook de ambte naren van het kapittel, de kosters en de organisten, in de kruisgang begraven. Nog geeft een grafsteen in den muur de plaats aan, waar een blinde organist van deze kerk „blynde Janes" begraven is. Alberdingk Thijm fan taseerde naar dit grafschrift in één van zijn novellen over het leven van dezen organist. De groote kapittelzaal diende voor de buitengewone bijeenkomsten van het kapittel van den Dom. In de Mid deleeuwen waren de Staten van Utrecht samengesteld uit 39

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 41