INLEIDING
Meestal trekt het verre meer de aandacht, dan het
dichtbije; onze eigen omgeving is ons zoo bekend, dat wij
er geen bijzondere aandacht meer aan schenken. In een
vreemde stad bekijken wij de gebouwen en bezoeken wij
de musea, terwijl wij de belangrijkste gebouwen in onze
eigen stad achteloos voorbyloopen. Het gaat ons dikwijls
als de leden van een reisgezelschap, die in het buitenland
belangstellend luisteren naar de uiteenzetting van hun
leider over planten en struiken, die daar voorkomenaan
het einde hooren zij tot hun verbazing, dat die belang
wekkende planten en struiken ook in hun eigen land,
zelfs in hun naaste omgeving groeien. Het kennen van
onze eigen omgeving is noodzakelijk, om het vreemde in
het buitenland te kunnen opmerken. Het kennen van de
eigen stad is noodig, om het karakteristieke van een
vreemde stad te kunnen zien.
De stadsgeschiedenis leert ons tevens iets begrijpen van
de tegenwoordige stadde Utrechtsche stadsgeschiedenis
leert ons, waarom de Voorstraat niet recht, maar met een
groote bocht door de stad loopt; zij verklaart ons het
verband tusschen namen als Catharijnesingel en Catha-
rijnekerk, hoewel deze toch ver van genoemden singel
staat en zij legt ons de namen van bekende straten, als
de Choorstraat en de Elisabethstraat uit.
De stadsgeschiedenis van een belangrijke stad als
Utrecht doet meer; zij illustreert tevens de vaderlandsche
geschiedenis. In den loop van enkele straten zien wij de
groote macht van de Middeleeuwsche geestelijkheid
enkele huizen aan de Oude Gracht herinneren nog aan
den rijkdom van de Middeleeuwsche koopliedenaan de
stadstorens merken wij de sporen van den strijd tegen de
5