hoogen, het pak van dezen stadsnar had ook de kleuren
van het stadswapen en in 1522 werd onder de uitgaven
van de stad vermeld „dat men Pierken, die stadgek, enen
nyen 1) palsrok 2) ende hosen 3) laten maken solde van
root ende wit, onderlinghe gedeylt, gecost 't laken, sce-
rerit4) ende maken, ende St. Meerten op te berduren,
tesamen 12 gulden."
Toen Karei V in 1528 een einde maakte aan de zelf
standigheid van het Sticht liet hij de afbeelding van
St. Maarten uit het stadswapen verwijderen. Aan den
stadsbouwmeester Willem van Noort werd bevolen, dat
hij moest „vuytsteecken 5) die ymagie 6) van Sinte Maer-
ten, staende in 't wapen der stadt van Utrechtende
dat velt stofferen met witte verwe." Sedert dien tijd is
het witte veld van het stadswapen leeg gebleven.
Toen in de Republiek der Vereenigde Nederlanden de
uitoefening van den Katholieken godsdienst verboden
was, werd ook het vereeren van de heiligen tegengegaan.
De stadsregeering verbood het loopen met fakkels en
kondigde in November 1633 de volgende publicatie af:
„Mijn heeren de Stadhouder, Schout, Borgemeester en
Schepenen der Stadt Utrecht doen te weten, alsoo men
op St. Martijns avondt groote insolentie pleegt te be
drijven met de fakkelen, hetwelck men niet behoort te
tolereeren als gesproten uit der Heydenen afgodendienst
daer ook door hetselve groote inconveniënten van brand
zijn te verwachten, so gebieden mijn heeren voorsz. wel
expresselijk hij sij oudt ofte jongh 7), dat sij hen niet
ondervinden desen avond of morgen avond met bran
dende fakkelen op de straten te komen noch daermede
langs de straten te loopen onstuur ende insolentie te be
drijven op poene van twaalf stuivers, die men hun of
U nyennieuwen.
3) palsrok paltrok pelgrimsrok.
s) hoos: kous.
4) sceren scheren. Het laken werd gladgemaakt, geschoren.
5vuytsteecken uitsteken.
6) ymagie: afbeelding.
7) zoo verbieden mijn Heren voornoemd wel uitdrukkelijk
aan een ieder, hij zij oud of jong.
31