werd de machtigste vorst in de noordelijke Nederlanden. Toen na 1122 de keizer niet langer de bisschoppen mocht kiezen en hij dus geen waarborg had, dat een nieuwe bisschop zijn politiek zou steunen, verleenden de keizers niet langer hun steun aan het Utrechtsche bisdom. Zoo werd het bisdom Utrecht sindsdien overvleugeld door het hertogdom Gelderland en door het graafschap Holland. Dat de Utrechtsche bisschop ook wereldlijk heerscher was, kwam duidelijk tot uiting bij zijn inhuldiging. Als wereld lijk heerscher, te paard en geharnast, reed de nieuwe bisschop door de Tolsteegpoort de stad binnen, om zich naar het oude stadhuis, dat zich tegenover de Buurkerk aan den Steenweg bevond, te begeven. Hier bezwoer hij de privilegiën van de stad en werd hij door de stedelijke regeering als haar vorst gehuldigd. Daarna stak hij over naar de Buurkerk, waar hij zijn wereldlijk harnas voor het geestelijke bisschopskleed verwisselde; onder het luiden van de Bisschopsklok van den Buurtoren ging hij in plechtige processsie met de geestelijken van de vijf kapittelkerken naar de Domkerk, waar hij door het Utrecht van de geestelijkheid als bisschop gehuldigd werd. Na deze huldiging werd de bisschop naar zijn paleis, het Bisschopshof, dat zich van den Domtoren tot het Wed uitstrekte, begeleid. De woelige bevolking van de handelsstad schikte zich niet altijd onder het bestuur van haar bisschoppen en deze gaven er dikwijls de voorkeur aan niet in het Bis schopshof, maar in het afgelegen bisschoppelijk paleis te Wijk bij Duurstede te resideeren. In 1528 stond Hendrik van Beieren, bisschop van Utrecht, beu van alle regee- ringszorgen, zijn wereldlijke macht af aan Karei V, die alle Nederlandsche gewesten onder zijn bestuur zou ver eenigen. De keizer liet aanstonds op het groote terrein bij de Catharijnepoort, het Catharijneveld, het kasteel Vre- denburg bouwen, om de roerige Utrechtsche burgerij in toom te houden. Het Protestantisme, en vooral het meest strijdbare Protestantisme, het Calvinisme, vond in de oude bis schopsstad eenigen, hoewel geen grooten, aanhangtever- 15

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 13