pelgrimstocht van den weldadigen Utrechtschen schoen
maker.
In het midden van de 17e eeuw hadden de regenten
van het Bartholomeüsgasthuis hun vergaderzaal laten ver
timmeren de Delftsche tapijtwever Maximiliaan van der
Gucht bezorgde een groot gobelin behangsel, dat een
bosch voorstelde met lanen en allerlei dieren, om den
langen achterwand van de regentenzaal te bedekken.
Dit tapijt wekte zooveel bewondering, dat het stadsbe
stuur van Utrecht al spoedig bij van der Gucht enkele
tapijten bestelde voor de nieuwe raadkamer. Deze tapij
ten van de raadkamer werden op den duur verwaarloosd
en zij werden in 1820 voor 30.verkocht, waarna zij
spoorloos verdwenen. De gobelins in de reggentenkamer
bleven gelukkig gespaard. Tegen het einde van de 19e
eeuw werd de regentenkamer gerestaureerd en op aan
drang van den toenmaligen Utrechtschen archivaris
Mr S. Muller werden de gobelins door een Utrechtschen
behanger gereinigd en voor verder verval gevrijwaard.
In 1930 had een algeheele restauratie van de regenten
kamer plaats onder leiding van Dr Ir G. W. van
Heukelom; in 1936 werden de gobelins naar Parijs ge
zonden, waar zij door de Manufacture Nationale des
Gobelins op kundige wijze gerestaureerd werden; in 1937
kwamen zij bijna als nieuw terug. In Mei 1937 had de
officieele heropening plaats van de regentenkamer van
het Bartholomeüsgasthuis, die nu weer tot een van de
bezienswaardigheden van de stad behoort.
Het gebouw Leeuwenberch werd in de 19e en in het
begin van de 20e eeuw voor allerlei doeleinden gebruikt
intusschen was de omgeving van dit voormalige gasthuis
geheel veranderd. De achterzijde van het gebouw was
door het sloopen van de stadswallen vrijer komen te liggen
en werd nu als de voorzijde beschouwdhier werd de
hoofdingang aangebracht en bleef daar, toen de Utrecht-
sche afdeeling van den Nederlandschen Protestantenbond
Leeuwenberch van de stad Utrecht huurdesedert Zon
dag 26 October 1930 houdt de Protestantenbond hier
geregeld haar kerkdiensten.
96