sele. De huizen langs het plein toonen de bekende
maten van deuren en stoepen, het „vischkot" heeft
de hoofdafmetingen van de huizen en de details
van de kerk. De poorten van dat vischkot zijn
grooter dan de woonhuisdeuren, meer als die van
de kerk en de goot is rijker bewerkt dan de blok-
goten van de overige gebouwen. Daaraan meten
we de kerk en aan de kerk meten we het plein.
Maar er is meer. Het doel van de kunst is het
schoone en het schoone is symbool van de Orde.
Daarom is ze zelf ook geordend, naar haar eigen
wetten. Die orde is herleidbaar tot rekenkundige
of meetkundige harmonische proporties. Daarvan
getuigt alle kunst, van de oudheid af, door de
middeleeuwen tot den huidigen dag. Ook in Bor-
sele toont de mensch daarin zijn onderworpenheid
aan algemeene wetten, maar niet academisch,
doch als uitdrukking van het leven, dat steeds
concreet en bijzonder is. Daardoor werd Borsele
een goed voorbeeld van den nieuwen stedebouw
82