VOORBERICHT Er was eens een baai! In de baai golfde het water dat de Maas en de Schelde uit verre landen aan voerden. Dag in dag uit bracht het vruchtbaar slib, dat neerzonk op den bodem. Buiten de baai was de zee, die langs de randen breede platen maakte van fijnkorrelig zand. Telkens keerde de zee terug om nieuw zand te halen; dan stoofde de zon de platen droog en de wind blies erover en bouwde er mooie heuvels van. Langzamerhand werden die duinen zoo hoog, dat de baai haast heelemaal afgesloten werd. Toen heette ze een haf. Het water in dat haf werd steeds zoeter en op den bodem groeiden groene varens en blanke lelies dreven op het oppervlak. Soms kreeg de zee genoeg van haar eeuwig spel. Dan sprong ze woedend over de duinen om alles kort en klein te slaan, wat langzaam opwies tus- schen de groene wieren. Later werd alles weer stil en dan zonk het allerfijnste slib als een laag vette klei over ontelbare eilandjes. Toen kwamen de menschen met schoppen en spaden, legden dijken aan en bezaaiden den grond met graan en erwten en boonen. Dit lijkt een sprookje en sommige geleerden be weren ook dat het een sprookje is. Anderen noe men het de geschiedenis van het ontstaan van Zeeland. Omdat het in een sprookje niet op de juiste feiten of op de goede volgorde daarvan 7

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 8