begint met de ruimte, werd het centrum van de steden en dorpen een plein. Ook al zou er geen noodzaak van een markt of een paradeplaats ge weest zijn, zooals er in Borsele geen noodzaak was om een plein te maken, kwam er toch een plein. Andere zeeuwsche dorpen uit dezen tijd zijn aan dat plein dikwijls niet toegekomen. Er is alleen maar een straat, die ruim genoeg bleek om het dorpsleven op gang te houden. Bijna altijd staat in het midden van die centrale pleinen een gebouw, een raadhuis of een paleis; op de dorpen een kerk, zooals in Borsele. Natuur lijk is die plaats niet gelukkig gekozen, want voor den beschouwer blijft het moeilijk om zijn keus te maken. Is het plein hoofdzaak of het gebouw? In de oudere dorpen in Zeeland staat de kerk ook in het centrum, maar loopt de weg duidelijk als een straat om het kerkhof heen. Van een plein is daar geen sprake. De kerk is een gericht gebouw, dat duidelijk een voorgevel en zijgevels toont. Later zijn er veel van die middeleeuwsche kerken afgebroken en als verlengde octogonale gebouwen herbouwd. Dan is er een poovere poging om van het kerkhof een plein te maken; een poging die natuurlijk mislukken moet omdat hier nooit een plein is gedacht en het nooit als zoodanig in het organisme van het dorp is opgenomen. In Borsele had zoo'n kerk moeten staan in plaats van het nietszeggende zaalkerkje dat er nu staat. Het had als een flonkerend kristal moeten zijn, waar het licht speelde om de steunbeeren en glinsterde in 80

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 89