gesteldheid die volkomen rijp bleek om de resul
taten van hun arbeid op te nemen.
Is het dan een wonder dat de bouwkunst grijpt
naar de wiskundige grondslagen van hun vak
techniek om daarin normen te vinden voor het
bepalen van den vorm? Ook al zou de hernieuwde
studie van de antieke cultuur minder gericht ge
weest zijn op de formeele zijden van die cultuur,
al zou er minder, of in het geheel geen, directe
inspiratie op dë ruïnes van het oude Rome ge
weest zijn, dan zou er nog een cultuur ontstaan
zijn, die in wezen klassiek genoemd moet worden.
In de bouwkunst waren wellicht de voluutkapi-
teelen en de hoofdgestellen met hun klassieke in
deeling achterwege gebleven, maar de basis van
de formeele schoonheid was zeker, bewust of on
bewust gezocht in een streng beheerschten, en dus
voor de plastische kunsten geometjischen, grond
slag, omdat de levenshouding van den mensch
streefde naar beheersching op alle terreinen. Het
is den kunstenaar eigen om datgene uit te drukken
wat hij elders als waardevol erkent. Bovendien
waren de meeste architecten tevens schilders,
wiskunstenaars of civiele en militaire ingenieurs.
En deze menschen, die als al hun tijdgenooten
zich langzaamaan in den waan lieten brengen, dat
zij, als vanuit een centrum, de Schepping zouden
kunnen beheerschen, stelden hun werk, dat is het
tastbare symbool van hun gemeenschap, in het
midden van de maatschappij. Daarbij bleven ze
architect en omdat architectuur ruimtekunst is en
78