brak de noodige levensstijl, omdat de kerk, die in
het midden van het dorp staat, niet meer in het
midden van het leven stond.
Schuin tegenover de kerk staat het „vischkot".
Het is een krappe eeuw ouder dan de kerk en de
vormgeving is directer, meer gebonden aan een
eigen tijd, dus ook aan eigen wetten die niet meer
de onze zijn. Maar daardoor zijn de vormen vast,
misschien wat minder gaaf dan van de kerk; en
al is het materiaal arm en het brandspuithuisje
een weinig fraaie toevoeging, het hokje is het be
kijken waard, zooals de oud-vaderlandsche ver
maning boven de drie groote poorten „Hoort-Ziet-
Zwyght" het betrachten waard zijn. De boeren-
timmerlieden die in Borsele bouwden deden het
om in een behoefte te voorzien. Ze deden het zoo
goed mogelijk en dat is: goed. Wat is er dan
verder nog over te vertellen? Dat de verhoudin
gen gaaf zijn en de techniek beheerscht? Dat de
details verzorgd zijn en de vormgeving vast is?
Zonder dat zou het immers niet goed zijn!
Sta op een wandeling door het dorp niet stil voor
dat enkele winkelhuis waar de stoep van gele
ijselsteen vervangen werd door betonnen tegels en
waar een fel roode baksteen met geknipte voegen
vloekt tegen den blauwgrijzen toon die het dorp
beheerscht. In dezen manufacturenhandel ver
koopt men nog hetzelfde boerengoed van vroeger
en om iets moois te zien moet men er binnen gaan
en vragen naar de glanzende stoffen met de vroo-
lijke bloemmotieven, die weer in de mode komen.
69