HOOFDSTUK VI HET PLEIN Mddden in het plein ligt de „vaete". Dat is een vijver, zeggen de vreemdelingen die een enkelen keer in dezen uithoek van den Zak van Zuid- Beveland verdwalen en zoo op het plein terecht komen. Die van Borsele weten beter, maar zij doen moeite om de bezoekers in hun waan te laten. Ze hebben plantsoenen om de vaete ge maakt met grintpaden en begonia's en tulpen en gouden regen. Natuurlijk zijn die perken zuiver rechthoekig, want alles is in Borsele rechthoekig. Al dat moois wordt beschermd door een veld wachter, die ook nog andere besogne's heeft. Daarom zijn er hekjes om de perken gemaakt, vanwege de kwajongens. Vroeger stonden er mooie iepen, maar die zijn verdwenen vanwege de economie, toen er voor rechte stammen van zeeuwsch iepenhout een goede prijs werd betaald. Tusschen de perken zijn weer nieuwe boomen ge plant, dat hoort zoo, want boomen zijn even na tuurlijk in het zeeuwsche dorpsbeeld als zon en wind en regen. Als die boomen grooter geworden zijn zullen de bloemperken vanzelf weer verdwij nen en dan is het plein weer zooals het behoort te zijn, overhuifd door breede kruinen, waar de wind in ruischt en waar de zon door straalt en waar het oog dwaalt langs het omhoogstrevende 67

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 76