gebleven, maar toch niet goed genoeg om daar
door een afzonderlijke plaats in te nemen. Wie
tusschen de boomgaarden naar Kloetinge wandelt
heeft veel te overdenken om er achter te komen
waarom het juist Kloetinge is, dat tot zoo'n gaaf
dorp werd.
Er zijn lieden die niet rustig tusschen groene
boomgaarden wandelen kunnen, als ze niet weten
welke helden hier voor hen hun sporen achterlie
ten. Voor hen is er niet veel te genieten, want bij
mijn weten zijn er nooit belangrijke persoonlijk
heden in Kloetinge geweest, of ze moesten met
vacantie zijn. Groote wapenfeiten zijn er nooit
gepleegd en het is maar één keer gebeurd dat de
Borssele's er blijk gaven van hun zelfstandig ka
rakter. Dat was toen Margaretha van Borssele als
erfdochter van de ambachtsheerlijkheid zich liet
schaken door Walraven van Brederode. En dan is
in 1572 het dorp een keer afgebrand door de
Spanjaarden, als dat tenminste waar is, want de
meeste voorhanden zijnde bronnen zwijgen erover.
In ieder geval staat de kerk er nog om ons te
overtuigen dat niet alles afbrandde, want het
choor dateert uit omstreeks 1300 en de toren uit
het begin van de vijftiende eeuw. Dan was er nog
het water. Het dorp is ontstaan uit een vliet of
een kreek die verlandde en ingepolderd werd en
later is het herhaalde malen ondergeloopen. Maar
dat is geen bijzonderheid voor een zeeuwsch dorp,
want Melis Stoke verhaalt al dat op St. Acgaats-
dag van 1288 de vloed zoo hevig was, dat
53