van dorp naar dorp te dwalen. Bij het verlaten
van zoo'n wooncentrum slingert de weg nog even
om een hoog boerenhuis, waarvan de gevelbehan
deling verraadt dat ge het dorp verlaten hebt,
maar het landschap nog niet om U is. Koersend
naar den volgenden torenspits, die dan links en
dan weer rechts van den weg, boven het groen een
gat in de lucht prikt, kijkt ge eindelijk door de
laatste bocht in de flauw gekromde straat, waar
van het profiel steeds nauwer wordt, tot ze als
vanzelf overgaat in één van de eindeloos gevari
eerde dorpskommen, die dit land rijk is. Er wordt
wel eens beweerd dat onze dorpen ontstaan zijn
uit enkele, toevallig bij elkaar staande boerderij
en. Als de voor-historische onderzoekingen naar
oude dorpsvormingen niet op duidelijke woon-
centra hadden gewezen, zou een dergelijke theo
rie al onaanvaardbaar zijn voor ieder, die wel
eens gezien heeft hoe de dorpen duidelijk zijn af
gesloten van het land door het plaatsen van een
huis aan den rand of een opzettelijke beweging
in de rooilijn. In de ronde dorpen is dat heel dui
delijk, maar ook in de andere, die ontstaan zijn,
toen deze wijze van aanleg geheel verlaten werd.
In het land, dat later, zoo sedert het jaar 1000,
aan het oude gebied werd toegevoegd zijn dorpen
ontstaan van velerlei vorm. Eerst willekeurig,
zonder duidelijk onderscheiden komvormen, later
regelmatiger, ontworpen op een vast stramien. In
dien steeds grooter wordenden Zak van Zuid-
Beveland en in het Oosten, waar naast de groote
46