van die kleinigheden, die overal doen blijken dat
er onder dit dijkersvolk ook waren die wisten wat
bouwen was. Dan wordt elke straat weer een spel
van vol en leeg, waar de weg gebaand wordt over
hobbelige keien en het rythme van de lage bebou
wing de beweging stuwt in een bonte afwisseling
van gevarieerde elementen. Dan voelt de wande
laar de noodzaak van de lichte buigingen in de
straatwanden waardoor het beeld nooit vervaagt
tot een ordelooze vlucht in de ruimte, maar altijd
in zichzelf besloten blijft. Dan dwaalt zijn oog
over de kleurenpracht van een verweerden bak-
steenen gevel, zooals baksteen alleen maar ver-
weeren kan in de zilte atmosfeer van dit dorp.
Moeizaam, zoo laag dat de goten haast met de
hand te grijpen zijn, richten de dijkershuizen zich
op, als merkteekens van de menschengeslachten,
die in hun eeuwigen strijd met het water zich niet
den tijd gunden om hun eigen woonplaatsen te
verzorgen. Een geslacht dat hard en taai werd als
de enkele verschroeide boomen, die hun bestaan
tegen den wind en het zout konden volhouden.
Een geslacht dat geen andere feesten kende dat
de gezamenlijke kan brandewijn als de rekening
van een dijkwerk afgesloten werd. Alleman een
borrel uit hetzelfde glas in een gelagkamer waar
de rook te snijden is.
Het zal niet ieder gebeuren zijn sobere feesten te
vieren in zoo'n zaaltje waar tusschen de dorst-
verwekkende reclames van bier en limonades het
werk van Toorop de wanden siert. Hij schilderde
40