gebied van de regelmatige strooptochten te kun
nen bevrijden door Walcheren, dat in 837 al eens
door de Noormannen veroverd is geweest, in 841
aan den Noormannenvorst Harald in leen te ge
ven, die deze vorstelijke gift dankbaar aanvaard
heeft om er een sterk punt voor verdere stroop
tochten van te maken. Als we hier zekerheid had
den zouden we weten of we den oorsprong in het
zuiden moesten zoeken of in het noorden. „Zelfs
met een levendige fantasie is er niet veel van te
maken." Voorloopig lijkt Boxhom's standpunt
nog het beste.
Het is een feit dat de ronde dorpen in Zeeland
en elders tot de oudste vormen behooren. Voor
het ontstaan van dezen vorm zal dikwijls navol
ging de eenige reden geweest zijn. Maar navolging
onderstelt voorbeelden. Waren deze de dorpen,
die later uit de oude burchten ontstonden? Of
gaan die ook al terug op een ouderen vorm? Is
deze vorm „germaansch" of „slavisch", zooals
wel wordt verkondigd? Dan moet ze al zeer oud
zijn, want inderdaad heeft Smallegange gelijk
met zijn bewering dat dit land al zeer vroeg ge
kerstend is. Het is zelfs aan te nemen dat de
eerste bisschoppen hier alleen aan de kuststreken
bewoning vonden, al worden in het zoogenaamde
testament van Willebrord ook andere eilanden
genoemd. Willen deze dorpen dus alleen maar
„germaansch" zijn, dan is het een bewijs voor het
taaie voortleven van een traditie. En dan is nog
niets gezegd over de vormoorzaak van dit type.
21