wen van, waar Smallegange, had hij het beleefd,
bepaald kwaadaardig van geworden zou zijn, want
deze streken „moeten al seer vroegh uit de duys-
ternisse des heidendoms tot het licht des Euan-
geliums gekomen zijn". Modern bodemonderzoek
heeft tot andere resultaten geleid, al is naar de
meening van Hubregtse dat „onderzoek nog niet
ver genoeg gevorderd om over den grondslag waar
op de vroegste bewoning is aangevangen, een vol
doend oordeel te vellen". Het is jammer voor die
tientallen historici, die alles zoo precies geweten
hebben, maar tenslotte zijn enkele merovingische
of karolingische scherven en een paar zwarte ge
bouwensporen totaal onvoldoende om den oor
sprong van de bergen na te gaan. Daarmee is vast
gelegd dat er voorloopig over den oorsprong van
de dorpen niet veel meer dan gissingen te maken
zijn. Opgravingen in Oost Souburg en Middelburg
wezen op een cirkelvormigen burcht, omgeven door
een aarden wal van ongeveer veertig meter breed
te. Het is waarschijnlijk dat Domburg en Burg
op Schouwen uit een dergelijken burcht ontstaan
zijn. Het is vrijwel zeker dat we hier met een
stelsel van verdedigingswerken uit den noorman-
nentijd te maken hebben. Wellicht zijn,de bergen
versterkte punten in deze linie geweest. Gebou
wensporen wekken de gedachte aan kleine houten
kasteelen of woontorens, die ook uit andere bron
nen bekend zijn.
Dat er een mogelijkheid is om het ontstaan van
de dorpen te achterhalen uit den aanleg van de
19