De zeeuwsche steden en dorpen zijn niet volmaakt. Maar overal is een aanleg om volmaakt te kun nen zijn. Daarom zullen we de vormen moeten nagaan uit hun oorzaken. En die zijn velerlei, want de levensuitingen van den mensch zijn velerlei. Het dorp is overzichtelijk, de levensomstandig heden zijn er voor allen gelijk. Ook in de dorpen heeft de vorm zijn eigen oorzaak, voortgekomen uit de behoefte naar volmaking van de gemeen schap die er leeft, gebonden aan het materiaal waarin zij werd uitgedrukt en geschapen door een kunstenaar die elk doel en alle oorzaak samen vatte. Daarom kan er geen sprake zijn van een onder zoek naar vormschema's, want alle schematisee ring doodt en alleen de geest maakt levend. En waar zijn de merkteekens van den levenden geest beter te vinden dan in den stedebouw, „de kunst en de wetenschap der orde bij uitnemendheid", zooals Mr Hudig dat plastisch definieerde. Wat hebben de zeeuwsche dorpen ons te zeggen in dat vaste verbond tusschen kunst en wetenschap, dat in de laatste eeuw zoo hardnekkig werd ontkend, maar waardoor de mensch de doode stof verheven heeft tot een tastbare gelijkenis van zijn triom feerenden geest! 13

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 14