polders verkavelen is vormen van klei en water
totdijken en akkers. Dat wijst naar den technicus,
naar hem die het verstaat het krachtenspel der
natuur te leiden. Tegenwoordig worden daar
zandzuigers en rupswielen voor gebruikt. De oude
zeeuwen hadden alleen maar een schop. Toch is
de techniek niet veranderd want, of ze met krui
wagens of draglines werkt, ze blijft wetenschap
der hulpmiddelen. Oorzaak van schoonheid kan
ze nimmer zijn, want schoonheid wordt niet be
paald door de perfectie van het hulpmiddel. Wel
is zij in zekeren zin voorwaarde voor de schoon
heid.
De bouwers van de zeeuwsche steden en dorpen
zijn virtuozen geweest in het hanteeren van hun
hulpmiddelen, en hun werk is er des te schooner
om. Elk materiaal kreeg zijn eigen plaats; bak
steen voor de wanden, hout voor de kozijnen en
pannen voor de daken. De gebruikte techniek is
naar den eigen aard van het materiaal, gestapeld
metselwerk, geschaafd en geverfd hout, steile
kappen. Zoo groeide er verband in de verschei
denheid van vormen door de techniek, die zelf
nauw verbonden bleef met het ambachtelijk kun
nen van de bouwers.
De zang van het schoone is het lied van den wer
kenden mensch en de mensch is krachtens zijn
aard aangewezen om te denken. Dat wijst naar den
geleerde, die de verschijnselen doorgrondt tot op
hun eerste oorzaak en ordent naar hun laatste
doel. Dat is wetenschap, en haar laatste doel is
11