DORPEN IN ZEELAND Eeuwen lang stroomden de Maas en de Schelde, hun wateren beladen met de fijnste klei, het slib. Dit bezonk in de baai en de baai werd langzamerhand af gesloten door en van de zee, die met hulp van den wind het fijne zand op hoopte en tot duinen maakte. Toen zagen de menschen, dat er land was, dat zij bewonen konden, en zij gingen het bebouwen. Maar het water en de wind zagen, dat de mensch hun spel als ernst opvatte en trachtten hem dit onmogelijk te ma ken; zij trachtten telkenmale hun speel goed terug te krijgen, soms met succes, meestal zonder omdat de mensch ook alle moeite deed, maar om het te be houden. Zoo is de geschiedenis van Zeeland: een eeuwige strijd tusschen mensch en na tuur. Maar de mensch is even hardnek kig als de natuur en bovendien slimmer, omdat hij er een deel van is en lang zamerhand heeft geleerd met haar om te gaan. En zoo beschrijft de auteur van „Neder- landsche Boerderijen" zijn geboorteland: als een strijd en een telkens terugkee- rende moeizame, doch triomfantelijke overwinning. Uit de dorpen groeiden de steden, en in de dorpen wonen de stoere Zeeuwsche werkers, die hun land telkens heroverden op hun vriendin en vijandin, de zee. Dus over de dorpen wordt hier verteld met de liefde van iemand, die geboren is in de streek zelf. Hun ontstaan, groei, op bouw en onderlinge samenhang wordt beschreven, terwijl een hoofdstuk over de vestingen het boek besluit.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1944 | | pagina 126