breede bermen en smalle klinkerverhardingen.
Weggedoken tusschen het groen ligt het dorp aan
het eind van den weg.
Hoog boven de daken van de andere gebouwen
beheerschen de kerktorens het silhouet van de
dorpen. Dikwijls zijn dat de westtorens van go-
thische gebouwen, een enkele maal, zooals in
Grijpskerke, dateert die kerk uit later tijd. Dan
is er het groote leien kerkdak waarvan de houten
ruiter het verticale element vormt.
De dorpsstraten hebben door hun lage bebouwing
een breed profiel gekregen. Bij de nadering van
een dorp sluiten de huizen zich tegen den weg.
De voortuinen worden steeds ondieper en de on
derlinge afstand tusschen de gebouwen wordt
kleiner. De boomenrij van den landweg dringt
diep in het dorp en bijna altijd richt deze straat
zich op den toren, die omlijst door het groen van
de boomkruinen, als een statisch verticaal element
het rythmisch voortrijen van de stammen bindt tot
een soepele beweging, zooals het kerkdak door
zijn horizontaal gerichte massa het gewemel van
■yJjl
105