In dat oude land van klei en water was alleen
de oneindigheid, waarin ze telkens weer geplaatst
werden als een nieuwe polder aan het oude land
werd toegevoegd. Hun eerste taak was ruimte te
scheppen om te leven en te werken. Telkens op
nieuw ving zoo de bouwkunst aan, want bouwen
is immers niet anders dan ruimten scheiden van
de oneindigheid om die ruimten dienstbaar te
doen zijn aan den mensch. In zijn meest eenvou-
digen vorm werd die ruimte bepaald door een
palissade, een boomenrij of een heg, om een erf
te scheiden van het onmetelijke land in de om
geving.
Naarmate de cultuur verder vordert worden die
ruimten meer gedifferentiëerd, gaver gevormd en
rijker geleed. Ze wordt omsloten door de massa's
van de gebouwen; een pomp of een boom in den
hof doet door haar massa de ruimte leven. Ze
wordt kenbaar aan de massa en de massa grijpt
haar binnen haar omvangen (zie afb. pag. 10).
Tusschen de boomen slingeren de wegen, met
104