nog aan zwarte katten gelooven en zoo, maar ze
kennen hun land. Zij weten dat er geheimen zijn,
die met geen geleerd vertoog over marine holo-
ceen en diluviale aanwassen weg te praten zijn.
Wie dat denkt heeft nooit gepeinsd aan den oever
van een weel over de grondelooze diepte onder
het spiegelend oppervlak; die heeft nooit geluis
terd naar het ruischen van de Schelde op een
maanlichten nacht; die stond nooit gebogen tegen
den wind te huiveren bij het neerdonderend ge
weld van de golven op granieten dijktaluds. Als
ge iets verstaan wilt van dit land en zijn menschen
lees dan de oude verhalen, die angstig vol zijn
van dat geheim dat het evenwicht tusschen land
en water bestendigt.
Lagen de bosschen van Hulsterloo niet in het land
van Hulst en was Kriekeput, waar Reinaerdts
vader den schat begroef, die koning Nobels heb
zucht opwekte, niet een weel in het Zeeuwsch-
Vlaamsche? En dan de schimmige kapitein van
den Vliegenden Hollander, is dat niet een zekere
van der Dekken uit Terneuzen? En die koning
der haringen, die in Biervliet gevangen werd en
als straf voor de zeeuwsche visschers deed verlan-
den het Zwin en de Braakman en wat daar verder
stroomde en spoelde tusschen de eilanden.
Het is allemaal historisch hoogst onbetrouwbare
lectuur, daarom moet ge ook lezen wat de lang
zaam voortschrijdende wetenschap over dit land
navorschte, dan zult ge met des te meer vrucht in
de oude kronieken de menschen kunnen vinden
102