de vaargeulen en spleten tusschen die defensieve
werken open te houden, want inundatie op het
eene punt gaf verlanding van havens en kanalen
op het andere. In den spaanschen successie-oorlog
bemoeide generaal Menno van Coehoom zich
onder anderen persoonlijk met de moeilijkheden
in dit gebied. Hij legde een dijk tusschen Biervliet
en IJzendijke, maar de andere deskundige, Kapi
tein en Ingenieur Wildschut, toonde aan dat de
haven van Sluis zoo verzanden moest. Hij werkte
een ander plan uit, dat ook niet heelemaal uit
gevoerd werd en het gevolg was dat de verzanding
niet uitbleef en de vijand kans zag de verdedi
gingswerken te nemen. Zoo is er altijd wat ge
weest. Een kleine honderd jaar vroeger verloor
Zeeuwsch-Vlaanderen ook al gebied, nu aan de
zee, want de Brandkreek werd „veroorsaekt mette
inundatien der zeewateren ghebeurt door de trou-
belen van oorlooghen tusschen zijne catholijcke
majt ende de vereenigde staten van hollant."
Maar dit alles is het lot van het gebied, dat als
operatieterrein diende voor de gevechten om de
f rontiervestingen.
Wie wandelt in Sluis of Axel merkt niet veel
meer van het militair verleden. De straten loopen
er bochtig en van de wallen is niet veel meer te
zien. De huizen zijn van een stedelijk karakter,
met twee verdiepingen en de raadhuizen en kerken
zijn oud en dateeren uit de middeleeuwen.
Wie in Biervliet tegen den hoogen wal kijkt, die
het dorp in het Noordwesten afsluit, heeft moeite
96