stuk over de technische inrichting zal ik hier nader op
ingaan.
De inrichting voor het automatisch spel heeft zich tot het
begin van onze eeuw nagenoeg in denzelfden vorm ge
handhaafd, waarin zij bestond ten tijde der Hemony's.
Sedert het begin der 20e eeuw zijn drie verbeteringen
toegepast.
Ten eerste worden tegenwoordig, in plaats van de vaste
toonstiften met verschillende afmetingen, verstelbare toon-
stiften van één afmeting gebruikt, die bij het „versteken"
(het plaatsen van nieuwe muziek op despeeltrommel) meer
mogelijkheden van verschillende notenwaarden en zelfs
van accelerandi en ritardandi bieden.
Ten tweede past men toonstiften van verschillende hoogte
toe, waardoor de hamers niet steeds van dezelfde hoogte
op den klokwand vallen en het mogelijk is geworden ver
schil in klanksterkte tusschen melodie- en begeleidings-
tonen te maken.
Ten derde worden de hamers op veerende stelen gemon
teerd, waardoor deze beter afgesteld kunnen worden.
In Engeland en Amerika heeft men voor het automatisch
spel de trommel vervangen door een electro-pneumatische
machine, waarbij een geperforeerde papieren rol de func
tie van de trommel overneemt. De gaten in de rol bren
gen, evenals in de pneumatische orgels door middel van
luchtdruk, balgjes in beweging, die door draden en tuime
laars aan de hamers der klokken zijn verbonden. Of dit
mechaniek in een vochtig klimaat als het onze betrouwbaar
zou zijn, valt te betwijfelen.
De jongste beiaard in ons land, die van den raadhuistoren
te Hoogeveen, is voorzien van een electrisch apparaat voor
automatische bespeling, dat door middel van electro-mag-
neten de klepels in beweging brengt. Of deze uitvinding
in de praktijk voldoet, zal in de toekomst moeten blijken;
voor het persoonlijk spel is zij zeker te verwerpen, omdat
het inschakelen van electrische kracht het persoonlijke in
het spel te niet doet.
56