54
„nisten ende klokkenspeelders". Het boekje is voorzien van
verscheidene notenvoorbeelden (in den in die dagen ge-
bruikelijken c-sleutel en met vierkante noten genoteerd)
en eindigt met het volgende gedichtje van den in dien tijd
beroemden Delftschen klokkenist Dirk Scholl:
De Cis en Dis die zijn ter Gouw,
Is dat niet volmaakt gebouw?
Quirinus geeft het woord van Ja,
Kan 't beter voor ons dan niet besta?
Hij raad de stad en leid haar om
Tot iets dat meesten tijd blijft Stom:
Ja ieder slag kost een pond groot,
Zij hangen daar als levend-dood.
Het aanbrengen van Cis en Dis in het Hemony-spel van den
Dom te Utrecht in 1906 getuigt van weinig muziek-histo-
risch inzicht omtrent de oorzaak van het weglaten dier
klokken in de dagen der Hemony's; dit hield n.1. verband
met de toenmaals in gebruik zijnde zoogenaamde „reine"
stemming. Bij deze stemming begon men vanuit het cen
trum c, de intervallen (afstanden tusschen twee tonen)
rein te stemmen, waardoor men tenslotte i/s van een halven
toonafstand te hoog uitkwam. Het gevolg was, dat toon
aarden met veel kruisen en mollen onbruikbaar waren
wegens hun groote onzuiverheid. De klacht over onzuiver
heid van oude beiaarden vindt dikwijls haar oorzaak
daarin, dat men in toonaarden speelt, die in de oude stem
ming beter vermeden zouden kunnen worden. Hoe taai
deze stemming zich bij het gieten van klokken handhaafde,
blijkt uit het feit, dat men pas in het laatst der achttiende
eeuw proeven begon te nemen met de stemming in de ge-
lijkzwevende temperatuur, die bij andere toetseninstru-
menten reeds circa 150 jaar vroeger toegepast werd. Eerst
in het begin van onze eeuw is het gelukt, beiaarden te gie
ten in de gelijkzwevende temperatuur. Men verdeelt hierbij
het verschil van 1]5 van een halven toonafstand, dat men
bij de vroegere stemming te hoog uitkwam, over alle