Gouda het blijkbaar ook in dien tijd algemeen verlangen
naar vrede te kennen:
Och mocht ick eens met min geschal
Verkondigen een oprechten frede overal.
Op een luidklok van Jan Burgerhuys van 1607 in den
toren van de Nieuwe Kerk te Delft staat:
LI BERT AS SOLI DEO GLORIA.
Vrijheyt is mynen naem
In t' jaer ben ick gegoten
Als die ons achten t' saem
In slaverny gesloten
Te hebben fix en vast
Nu daer toe zyn gecomen
Dat sy ons desen last
Selfs hebben afgenomen.
Een pantoffelheld misschien dichtte als bijschrift voor de
groote luidklok in Breda's L.Vr. toren, die in 1503 door
v. Wou gegoten en in 1694 verbrand is en een gelijkluidend
opschrift met Haarlem's Roelantklok droeg:
Die tot Breda in vreught wil leven
Die moet de Vrouwen de overhant geven."
Leeuwardens grootste klok in den Oldenhove zegt (niet
zeer zachtzinnig)
Met recht heet ik de Leeuw. Rondom de Leeuwarder daken
brul ik, tellende de uren. Door mijn vervaarlijk gebrul
worden de burgers van alle kanten tot den brand (en) in
de wapens geroepen."
Minder krijgshaftig vertelt de kleine klok op den Olden
hove:
„Ick luyd de Luyden aan haer werck
Ick nood de Christnen tot Gods Kerck
Ick brom de Vreught en Droefnis uyt
Luyd nochtans noyt off '/c word geluydt."
46